woensdag 24 september 2025

Herfst in het bos

kijk en like:  https://www.facebook.com/creabetz

 




Het is koud en guur.
Fredje en de kabouters komen bijna niet vooruit door de harde wind.
De regen striemt in hun gezicht, en ze moeten hun hoed goed vasthouden, anders waait ie weg.
De takken aan de bomen waaien flink heen en weer.
Bladeren vallen.
Met hun kleine beentjes stappen ze over alle takken en bladeren, op zoek naar eikels en kastanjes.
Hun wintervoorraad is bijna op, dus ze moeten weer veel sjouwen.
Ze werken hard, om hun zakken vol te krijgen, en pas heel laat lopen ze terug naar huis.
 Moe en uitgeput komen ze thuis.
Ze gaan allemaal vroeg naar bed.
Als Fredje de volgende avond een rondje langs de kabouters doet, om ze op te halen, om naar het werk te gaan, schrikt hij.
Ze liggen allemaal nog in bed!!
En wat hebben ze een rode neus en wangen.
Wat hangt er toch onder hun neus?
En wat hoor ik toch steeds, denkt Fred.
Hij luistert eens goed. Ja:  Hatsjiieeee, Hatsjiieeee Hatsjiieeee
Oh oh denkt Fred. Ze zijn verkouden.
Maar, als hij bij een paar kabouters aan hun voorhoofd voelt, dan voelt hij de hitte.
Ojee, dat is niet alleen een verkoudheid, dat is de griep!!
Nu kunnen ze niet naar het bos, eikels en kastanjes verzamelen.
Nee, Fredje moet ze verzorgen.
Vlug maakt hij een hele grote pan pompoensoep, en alle kabouters krijgen een bord.
Ze zijn te ziek om zelf de lepel vast te houden, dus Fredje moet ze helpen.
Wat is hij er druk mee, zweet van het voorhoofd vegen, neuzen snuiten, en soep maken.
De kabouters slapen veel, dat is goed. Dan knappen ze snel weer op.
Ook de volgende nacht gaat Fredje verder met eten brengen en verzorgen.
Fred is blij dat hij de griep niet heeft.


De kabouters knappen langzaam op, hun voorhoofd is niet meer zo warm, en ze hebben niet zo veel zakdoekjes meer nodig.
Ze eten veel pompoensoep, en kastanjestamppot met eikenbladthee en eikeltjesvla.
Maar….  Oh oh , wat slinkt de voorraad snel.
Ze moeten echt weer aan het werk.
Als de kabouters naast hun bed gaan staan, om zich aan te kleden, zakken ze zomaar door hun benen.
Ze zijn veel te slap geworden, van al dat liggen in bed, en van de griep.
Wat nu????…..   Als straks de winter begint hebben we helemaal geen eten, wat moeten we dan?
Fredje denkt diep na, als ik nou eens alleen ga, de kabouters zijn nu zover opgeknapt, dat ze wel voor elkaar kunnen zorgen, maar ze kunnen nog niet mee ver het bos in.
Hij denkt, en denkt. En opeens…. Ja dat is het.
Vlug pakt hij zijn vouwbeen en origamipapier   - stevig papier moet ik hebben!!
Hij vouwt een grote Jeep!!
Vlug rijdt hij met zijn Jeep het diepe bos in, hij zet de Jeep onder een boom.
Fredje klimt in de boom, en met zijn vouwbeen tikt hij de eikels van de boom, precies in de Jeep!!
Al heel snel is de Jeep vol.
Fred rijdt vrolijk naar huis.
De kabouters kijken met open mond, als ze de Jeep zien, vol met eikels.
Vlug helpen ze met uitladen.
Maar…  het is natuurlijk nog lang niet genoeg voor de winter.
Dat krijgt Fred nooit alleen voor elkaar.

Ik weet het, zegt kabouter Slim.
Als we nu nog een paar Jeeps maken?
Vlug gaan ze stevige vellen papier zoeken, en ze vouwen samen een stel Jeeps.
Ze versieren de Jeeps met hun namen, en zo rijdt de bonte stoet in optocht naar het bos, de kabouters die nog een beetje ziek zijn, mogen thuis blijven.
De Jeeps deinen hoog en laag over alle takken en struiken, wat een lol hebben ze.


 




In het bos is het een drukte van belang.
Fredje en een paar kabouters klimmen in de bomen.
Jammer genoeg heeft alleen Fredje een vouwbeen, maar de kabouters hebben een slim plan.
Ze pakken hun punthoed, schudden aan de tak, en hup, daar vallen de eikeltjes in de hoed.
Als de hoed vol is, kiepen ze ‘m om, en de eikeltjes  vallen in de Jeep.
Wat hebben ze een plezier.
Als alle Jeeps vol zijn, gaan ze in optocht zingend naar huis.
Nog een paar keer gaan ze terug, met de Jeeps, tot ze een hele voorraad hebben voor de winter.
Wat zijn ze blij.
Nu kunnen ze lekker uitrusten, plezier maken en leuke spelletjes doen.

 

HERFST IN HET BOS  VRAGEN

 

 

1:   Waarom gaan Fredje, en de kabouters niet naar hun werk ?

     A:  Ze hebben er geen zin in

     B:  Ze willen een snipperdag houden

     C: Ze hebben de griep (zijn ziek)

     D: Hun kleding zit nog in de wasmachine

 

  1. Wat eten de kabouters om snel beter te worden?

   A: pompoensoep, kastanje stamppot en eikeltjesvla

   B:  heel veel ijsjes met slagroom

   C:  dikke boterhammen met eikenblad pindakaas

   D: sinaasappels en heel veel snoep

 

3:  Wat gaat Fredje vouwen van stevig papier?

   A:  Nieuwe mutsen voor de kabouters

   B:  Een fiets

   C:  Een vliegtuig

   D:   Een grote Jeep

 

 

4      Hoe krijgen de kabouters snel hun Jeep vol?

A: Ze hebben – net als Fredje-  een vouwbeen

          B:  Ze schudden aan een tak en de eikeltjes vallen in de punthoed.

          C:  Ze rijden met de Jeep heel hard tegen de boom, zodat de eikeltjes vallen

          D: Ze rapen de eikeltjes van de grond op, en kiepen ze in de Jeep.

 
 
 
 Vouw de Jeep , zie stappenplan tekening en tekst.


JEEP VOUWEN 


  1. Neem een origamiblaadje van 15 x 15 cm. (Het mooiste is een dubbelzijdig gekleurd papiertje) Vouw de 2 middellijnen, en vouw een dalvouw naar het midden.
  2. Vouw de punten schuin naar onderen.
  3. Draai het papier om.
  4. Vouw bovenaan de linkerpunt naar het midden, blijf 1 cm van de middellijnen.
  5. Maak de dal en bergvouw en druk de bergvouw aan naar boven.                           Dit is een zigzagvouw.
  6. Vouw de puntjes onderaan  (voor de wielen)
  7. Maak er met (plak) letters de namen op van Fredje en de kabouters.
  8. Knip Fredje, de kabouters, de eikels kastanjes en blaadjes uit, en versier de Jeep.
1

2

3

4

5

6

                                                                   7






Afbeelding:
Kopieer de afbeelding (rechtermuisknop) en plak 'm in word, of fotoprogramma.
Vergroot de afbeelding tot A4, en print 'm uit.


Print het knipvel op stevig papier.
Knip de plaatjes uit, en plak ze in en op de Jeep.
Neem voor het stuur 4 knopen, en plak ze op.
Plak de namen met stickerletters, of schrijf ze op met een pen of kleurpotlood.
Laat de karavaan met Jeeps maar rijden.
Veel plezier!!

Tip:  Je kunt de eikeltjes natuurlijk ook zelf vouwen. Zie 13 oktober 2019








STORM IN HET BOS

 

 

In het kabouterbos liggen alle kabouters en Fredje te slapen.

Na een nacht hard werken zijn ze al snel hun bedje ingedoken.

Alleen ‘Wakkie” slaapt nog niet.

Hij heeft altijd wat langer tijd nodig om in slaap te komen.

Hij zit voor het raam, en kijkt naar alle huisjes, de bomen, en de vogels.

De vogels vliegen wat onrustig heen en weer.

Plots wordt het heel donker, en het gaat waaien, de takken zwiepen heen en weer.

De regen kleddert nu keihard tegen de ramen.

Brr, blij dat ik nu niet naar buiten hoef, denkt Wakkie.

Het begint steeds harder te waaien, takken breken af, en vallen op de paddenstoel huisjes.

Oei, als dat maar goed gaat.

Het gaat nu echt stormen.

De wind blaast door de kale bomen.

Krak.. wat is dat?  O jee, een tak steekt door het dak van Wakkie’s huis, en maakt een groot gat.

En jawel hoor, de regen kleddert nu naar binnen, op het bed van Wakkie.

Gauw zet hij een teiltje op het bed.

Maar dan..  nog een gat in het dak.

O nee!

Vlug pakt hij zijn slaapzak, en zijn sloffen, en hij rent naar buiten.

Welk huisje is het sterkste, en kan tegen deze zware storm?

Natuurlijk: het huisje van Fredje.

 Snel rent hij naar Fredje.

Hij klopt op de deur.

Mag ik hier slapen?  In mijn huisje lekt het overal.

Fredje was ook al wakker geworden van de storm.

En, net als hij zegt, kom maar, wordt er weer op de deur geklopt.

Steeds meer kabouters komen met slaapzak en al binnen.

Natuurlijk mogen ze allemaal blijven, maar… de storm gaat steeds harder te keer.

En Fredje is bang, dat ook het dak van zijn huisje stukslaat.

Wat nu?

Hij grijpt het grote stevige kleed van de tafel, en knipt het in kleine vierkante stukken.

Als jullie nu allemaal een deel van een paraplu vouwen, dan lijm ik ze snel aan elkaar, en dan maak ik de plu vast aan mijn vouwbeen.

Die duw ik dan door de schoorsteen naar buiten.

En als hij dan uitklapt, moeten er 4 van jullie met een hamer en spijkers klaarstaan.

Dan kun je in alle hoeken een deel vastmaken.

Snel gaan ze aan de slag, geen tijd te verliezen.

Het dak kraakt en schudt al.

Zijn ze nog op tijd? 

Spijker, Woest, Klimmy en Boris staan al klaar buiten, om de hoekpunten van de paraplu vast te maken.

Daar zien ze heel langzaam de paraplu uit de schoorsteen steken.

Als de paraplu nu maar niet door de wind naar boven klapt.

Stevig houden ze elk een punt van de paraplu vast, en timmeren het in het uiteinde van het dak. 

Wat een zwaar karwei, maar het lukt.

Tevreden gaan ze terug naar binnen.

Het blijft lekker droog in Fredjes huis.

Ze blijven allemaal slapen.

Heel langzaam wordt het weer rustig in het bos.

Als de kabouters en Fredje uitgeslapen zijn, lopen ze  naar hun eigen huisje.

O nee, bijna alle paddenstoelhuisjes zijn stuk.

Vlug gaan ze met zijn allen aan de gang: de daken repareren, de huisjes dweilen, en alle kleding en de gordijnen wassen.

Ze redden het niet in één nacht.

Maar dat vinden ze niet erg: logeren bij Fredje is reuze gezellig.

En ook Fredje vindt het geen probleem.

Zijn huisje is dankzij de paraplu helemaal droog gebleven.

Voor ze gaan slapen, zitten de kabouters nog gezellig bij elkaar, ze drinken eikeltjeskoffie ,en spelen allerlei spelletjes, en dansen in het rond.

 




 

 

 

 

 

 

 

 

Vragenlijst  deel 12     Storm

 

1.  Alle kabouters slapen, maar wie is er nog wakker?

A   Fredje

B  Wakkie

C Boris

D Klimmy

 

2.  Waarom is Wakkie blij, dat hij niet naar buiten hoeft?

A.  hij wil een boek lezen.

B.  hij wil graag voor het raam zitten.

C.  Het regent en het gaat stormen.

D. Hij wil koffie drinken.

 

3.  Wat neemt Wakkie mee, als hij naar buiten rent.

A  zijn radio

B  zijn kopje koffie

C  een paraplu

D  zijn slaapzak en zijn sloffen.

 

4.  Wat gaan ze vouwen, voor op het dak?

A Een paraplu

B    Een winterjas

C  Regenlaarzen

D. Een grote emmer

 

 

5:  Waarom is het huis van Fredje helemaal droog gebleven?

   A:  Hij had een mondkapje voor

  B:  De paraplu heeft de regen tegengehouden.

  C:  Hij had allemaal dekens tegen het plafond gemaakt.

  D: Hij had het hele huis vol emmers gezet.


 

*Vouw de paddenstoelhoed en steel van origamipapier: 15 x 15 cm .  

 Plak hoed en steel op een dubbelgevouwen A4 kaart.    

Knip het 3e vel origamipapier in vieren, en vouw er 4 parapludelen van. Plak ze aan elkaar.                Plak de zijdelen onder de hoed van de parapluhoed.  Plak een klein stukje van een rietje op, laat het iets uit de paraplu steken.  

Kopieer Fredje en de kabouters op stevig papier, en print ze uit (7½ cm hoog)   Knip ze uit. Plak ze op de kaart.  Plak een deur en ramen op de paddenstoel.       


 

maandag 18 augustus 2025

Parapluutje…parasolletje..



Parapluutje…parasolletje.. de ene voor de regen en de ander voor de zon!!!
          



  ontwerp Zsuzsanna Kricskovics




 



Nodig: Parapluutje 1 vel origamipapier Cube 15 x 15 cm. (1811) 1 satéprikker en een houten kraaltje.
Parasolletje: 1 vel origamipapier roosjes 15 x 15 cm.(1816) en een rietje.
Werkwijze:
  1. Snijd het papier in 4 delen van 7,5 x 7,5 cm. Vouw de diagonalen.
  2. Vouw de zijkanten naar het midden.
  3. Maak links en rechts een spreidvouw.
  4. Vouw 2 hoekjes om.
  5. Vouw het linkerdeel op het middendeel.
  6. En vouw het op de helft weer terug.
  7. Herhaal stap 5 en 6.
  8. Vouw het geheel naar achteren dubbel.
  9. Vouw nog 3 segmenten.
  10. Leg de segmenten open voor je neer, elk segment bestaat uit 3 delen. Plak deel 1 vast aan deel 3 van het 2e segment.
  11. Herhaal dit met de andere segmenten, en sluit het laatste segment aan het 1ste segment.
  12.  Haal er een stokje(parapluutje) of rietje (parasolletje) door.  Het parasolletje kun je in een glaasje limonade zetten, of in een ijsje prikken.

woensdag 11 juni 2025

Traktatie met muisjes



Maak het met muisjes          
Met het vouwsel van de muisjes kun je verschillende leuke decoraties maken.
1. Traktaties met lekkere stukjes kaas (vlug opeten, anders doet de muis het)
2. Verjaardagskaart met verschuifbare centimeter.(Kopieer een deel van een centimeter op stevig karton, en knip het uit.)
3. 2 verliefde muisjes.
Nodig:
*3 velletjes origamipapier: dubbelzijdig gekleurd * 2 A5 kaarten * satéprikker * transparante stickerletters (S243T)* sticker ‘Gefeliciteerd” *centimeter op karton  * oogjes: 4mm 4x (voor de verliefde muisjes) – 6mm 4x (voor de prikker en de schuifkaart. *zwart koord 25 cm * vouwvoorbeeld * stukje lijmsheets voor het opplakken van de oogjes.
Werkwijze:
Satéprikker en kaart ‘JARIG’
Snijd het origamipapier. Vouw het lijf van 7½ x 7½ cm, het hoofd van 6 x 6 cm, en de oren van 3 x 3 cm. Plak de delen aan elkaar. Plak de staart (8 cm) tussen, of achter het muisje. Plak de satéprikker ertussen, rijg er dan de kaas aan(leg eerst de prikker een poosje in het water, dan rijgt het makkelijker.)
JARIG: Vouw de kaart dubbel, snijd aan de voorkant een strook van 3½ cm af, plak er een smal strookje origamipapier achter. Haal de letters van het stickervel, en plak ze op origamipapier. Knip de letters, en plak ze op de kaart met stukjes foamtape (3 mm). Druk de oogjes stevig op de lijmsheets, en plak ze dan op de muisjes. Plak de centimeter onder het hoofd, en plak het hoofd op de kaart. Knip het lijfje aan de bovenkant een stukje open, en rijg het lijfje aan de centimeter. Het lijfje kan dus heen en weer schuiven.
Verliefde muisjes.
Vouw de lijfjes van 5 x 5 cm, de hoofdjes van 4 x 4 cm en de oren van 2 x 2 cm. Plak de muisjes op de kaart. Smeer de staartjes (8 cm) in met fotolijm, en druk ze stevig op de kaart. Vorm er een hart van. Wrijf later de overtollige lijm voorzichtig weg. Kleur de sticker in de gewenste kleur met behulp van een identipen, en plak ‘m op de kaart.
Vouwmodel: Zsuzsanna Kricskovics  Tekeningen : Gerard Lurvink