zondag 21 april 2024

VOUWTASJE


 Ook leuk voor Moederdag. stop er een klein cadeautje in, b.v. Een blok chocolade, een mooi zakdoekje, een cadeaubon enz enz

1.  VOUW IN EEN STUK KARTON (DUBBELZIJDIG GEKLEURD) VAN 21 X 21 CM EEN SCHUINE VOUW.  TEKENING 1

2. VOUW VAN DE BOVENSTE LAAG  DE PUNT NAAR BENEDEN -EN WEER TERUG-   ZIE TEKENING 2

3. VOUW DE ZIJKANTEN NAAR HET MIDDEN, LANGS DE GEVOUWEN LIJN. TEKENING 3

4. SLA DE BOVENSTE FLAP WEER TERUG NAAR BENEDEN.  4

TEKENING 1

TEKENING 2



TEKENING 3
VOORBEELD 4
De basis is nu klaar, om te decoreren. Ik heb het tasje afgewerkt met emoticon gezichten met mondkapje (knipvel Yvonne Creations)

In het tasje kunnen servetten, of bestek  voor aan tafel.

Je kunt er ook een snoeptasje van maken: nieuwjaarszakje, of andere snoepjes/ koekjes.












donderdag 4 april 2024

GELDVOUWEN

Geld kun je natuurlijk in een envelop stoppen, maar het wordt een stuk leuker, als je er iets van vouwt.

In onderstaande link kun je zien hoe je er een hondje van kunt vouwen.

Plak geld niet vast met lijm, maar gebruik fotoplakkertjes.



 https://www.knutselidee.nl/kaarten/gevouwenhondje.htm

 

 Vouw je 5 x 10 euro smal op, lijkt het ineens een bom geld.

Leuk om in een kaart te verwerken.

 

 

 Een toverkaart maken, en geld in een envelopje stoppen.  Werkwijze zie:  https://betsylurvink.blogspot.com/search?q=toverkaart

 




Met een toverkaart kun je leuke grapjes uithalen.

Je slaat de kaart open, en je ziet 10 euro, sla je de kaart dicht, en vouw je 'm aan de andere kant open, zijn het 2 briefjes van 5 geworden  :)





woensdag 27 maart 2024

PAASKNUTSELS

 

  Knutsels voor groot en klein. 

 Een leuk paasdoosje, waar lekkere eitjes in kunnen.

Een kuikentje of paashaas vouwen met stroken, en een kuikentje waar je woldraad omheen vouwt.

 DOOSJE.

 Knip of stans de paasfiguren.

 

 

 KUIKEN

 



 


 pootjes kuiken en haas, oren haas.  De rondjes voor de ogen zijn: plm 1½ cm.

Neus voor haas en kuiken: een vierkantje van 3 cm.

schuin doorknippen, of dubbelvouwen.

 

 PAASHAAS.



 

KUIKENTJE MET WOL.







                                                          EI  plm 14 cm hoog.

dinsdag 19 maart 2024

Paashaasjes vouwen van een servet




Paashaasjes vouwen van een servet.







Je kunt ook een hele servet nemen (neem dan een dunnere servet, of haal 1 achterlaagje eraf.)
Begin nu met tekening 2.   




      
De voorkant en achterkant van de gevouwen servet.

maandag 18 maart 2024

VROLIJKE PAASHAZEN







Vrolijke paashazenfamilie                      

Benodigdheden:  A4 karton geel en half A4 karton lichtgeel
Papier: Kleine haasjes: 4 velletjes 5 x 5 cm  Grote haasjes: 4 velletjes 6 x 6 cm.
8 wiebeloogjes (kleine haasjes 3 mm en grote haasjes 4 mm)
 

Werkwijze:  Vouw de haasjes (mannetje:  1x groot en 1x klein en vrouwtje: 1x groot en 1x klein) zoals aangegeven. Plak de onderdelen aan elkaar met fotoplakkertjes of stukjes dubbelzijdig tape. Vouw het A4 karton dubbel, en snijd er 7 cm af. Snijd het lichtgele karton in de maat 22 x 10 cm. Plak ‘m op de dubbelgevouwen gele kaart.
Plak de haasjes erop. Teken de mondjes, en plak de oogjes op.
Werkwijze vouwdiagram: (ontwerp Zsuzsanna Kricskovics)

Hoofd mannetje en vrouwtje:

  1. Vouw de diagonalen, en snijd het papier schuin door.
  2. Kleur boven: vouw de punt naar boven, zie tekening.
  3. Vouw een klein puntje terug.
  4. Vouw de zijpunten naar achteren volgens tekening.
  5. Vouw de zijpuntjes een stukje naar achteren om.
Oren mannetje en vrouwtje:

  1. Wit boven: vouw de punt tot de bovenste lijn.
  2. Vouw beide zijpunten langs de middellijn omhoog.
  3. Zie tekening 3
  4. Bevestig de oren aan het hoofd.
Lijf mannetje:
  1. Wit boven: vouw de diagonalen.
  2. Vouw de zijpunten langs de kant naar boven.
  3. Vouw kleine puntjes terug (Dit zijn de handen)
  4. Bevestig hoofd en lijf aan elkaar.
Lijf vrouwtje:

  1. Vouw de diagonalen, en snijd het papier door.
  2. Wit boven: vouw de punt tot de bovenste lijn, en vouw de zijpunten naar beneden.
  3. Vouw de punten naar buiten toe om
  4. Vouw de puntjes weer terug.
  5. Het bovenlijfje is klaar.
  6. Neem voor het onderlijf het andere deel van het papier. Kleur boven: vouw de onderste punt naar achteren.
  7. Vouw de zijpunten naar achteren.
  8. Bevestig de armen aan het onderlijf, en maak het hoofd vast op het onderlijf.

dinsdag 12 maart 2024

Paashaasjes vouwen






Vrolijke Paashaasjes

Benodigdheden:
  • Origamipapier 7,5 x 7,5 cm(voor de kleine paashaasjes)
  • Origamipapier 15 x 15 cm (voor de grote paashazen)
  • Wiebeloogjes (4 mm en 8 mm) fotoplakkertjes
  • Gaatjes ponstang middel en groot
  • Papicolor fantasiapapier geel
  • Paaseitjes

Werkwijze:
 Snijd het origamiblaadje schuin door. 1 deel is voor het hoofd het andere deel is voor het lijf.
Hoofd:
  1. Vouw naar de punt en weer terug.
  2. Vouw tot eenderde deel naar boven
  3. Vouw de zijpunten langs de middellijn naar boven
  4. Draai het om, vouw de punt naar achteren.
  5. Vouw de onderste punt naar achteren.
  6. .
Lijf:
  1. Vouw naar de punt en weer terug.
  2. Vouw het langs de middellijn naar beneden
  3. Vouw de onderste driehoekjes tussen de laagjes papier
  4. Vouw tot eenderde deel naar boven
  5. Draai het om
  6. Vouw de zijflapjes
  7. Het lijf is klaar.
  8. Bevestig hoofd en lijf aan elkaar met een fotoplakkertje, plak de oogjes op, pons het neusje en teken het mondje.    Maak er een hele reeks, groot en klein, en hang ze dan aan een draad voor het raam.
Paasmandjes:
Snijd van fantasia papier een vierkantje van 10,5 x 10,5 cm. Vouw aan alle 4 zijden op 3,5 cm naar het midden. Je hebt nu 9 even grote vierkantjes.
Knip de vouwen in. Plak het vast. Je hebt nu het doosje.
Snijd van fantasiapapier een strook van 10,5 x 3,5 cm. Vouw het dubbel, haal het weer open, en vouw naar de middellijn. Vouw de strook nu dubbel. Je hebt nu het hengsel.
Maak het hengsel aan het doosje met behulp van fotoplakkertjes. Stop er de paaseitjes in.



donderdag 7 december 2023

Kerst in het kabouterbos


 
Het is stil in het bos. Alle kabouters slapen, na een nacht hard werken. Het sneeuwt. Dikke vlokken dwarrelen naar beneden. Maar hé wat zie ik. Is één kabouter nog wakker?  

Nee het is geen kabouter, maar het is Fredje Vouwbeen, die bij de kabouters in het bos woont.
Maar wat is dat nu?  Fredje heeft  zijn jas aan, en een muts op. Hij heeft zijn pyjama nog helemaal niet aan. Hij zit voor het raam, te kijken naar de sneeuw.

Moet jij niet naar bed Fred?    
Nee Fredje heeft een plannetje. Het is bijna Kerst, en hij wil de kabouters verrassen. Hij wil de grootste kerstboom van het bos omzagen en meenemen.
Die moet hij helemaal aan de andere kant van het bos halen.
De slee en een zaag liggen al klaar.  Fredje wacht tot hij zeker weet dat iedereen slaapt.
Stilletjes loopt hij het huis uit, neemt de zaag en de slee mee, en gaat op weg.

Het sneeuwt niet meer, maar de bomen en de paddenstoelhuisjes zijn mooi wit.   Fredje stapt stevig door. In de sneeuw zie je de voetstappen en lange strepen van de slee.  Eindelijk… daar staat ie!   De grootste kerstboom van het bos.  

Vlug begint hij te zagen. Pff wat een werk, en wat krijgt ie het warm. Had ik dit niet beter samen met de kabouters kunnen doen?   Nee, natuurlijk niet,  dan is het toch geen verrassing meer.
Fredje zaagt en zaagt maar door. En ja   kr…aaaaak    hoort Fredje. Nu nog even doorzagen. Maar dan oei, wat gebeurt er nu? De boom valt om.

Fredje wil snel wegrennen, maar hij zit vast in de dikke sneeuwlaag.
Bam de boom ligt op de grond, met…. Fredje eronder.  
 Au au   mijn been…..roept Fredje.  Oooh wat nu.  Hij probeert zijn been onder de boom weg te trekken, maar het lukt niet. De boom is veel te zwaar.   Dikke tranen van verdriet rollen over zijn wangen. 
Hij roept  “Help  help” maar niemand hoort hem.

In het kabouterbos worden de kabouters wakker. Ze zien overal sneeuw. Ze dansen in het rond, en gooien elkaar met sneeuwballen. “Hé Fredje is nog niet wakker” Zullen we ‘m eens ff met sneeuw wassen, roept  één van de kabouters. Met zijn allen rennen ze naar Fred’s huisje.

Maar…. Waar is Fredje?  Zijn bed is netjes opgemaakt, en zijn pyjama ligt opgevouwen op het kussen.  “ Fredje …waar ben je?.”   Dan roept één van de kabouters  Kijk hier eens…   voetstappen en strepen. Van wie zijn die voetstappen?  

De kabouters volgen de voetstappen, steeds verder het bos in. Ze begrijpen er niets van. Is Fredje weggelopen? Vond hij het niet leuk meer bij de kabouters?  Waarom heeft hij dan niets gezegd? De kabouters willen vrolijke Fredje niet missen, en verdrietig lopen ze verder.

Om beurten roepen ze “Fredje…..Fredje.. “ en tegelijk blijven ze doorlopen en de voetstappen volgen.    
Ze roepen weer “Fredje…..Fredje..!!”  

Wat is dat?  Hoor ik wat, roept één van de kabouters, of is dat de wind?   Ze staan muisstil, en ja hoor  daar horen ze het weer.
Het klinkt als: ” Hellup...”  En weer horen ze   “Hellup..”.
De kabouters beginnen te rennen, en dan zien ze een omgevallen boom en een sleetje.
En wat nog meer?   Fredje!!!  Wat zijn ze blij dat ze ‘m gevonden hebben.

Vlug proberen ze Fredje te bevrijden. Met zijn allen duwen ze de boom een eindje omhoog, en één van de kabouters trekt aan Fredje’s armen.   1…2.    hup. Fredje is bevrijd. Maar als hij wil gaan staan, schreeuwt hij van de pijn. Oh au mijn been.
Fredje heeft zijn been gebroken.

Vlug leggen ze Fredje op de slee, en ze trekken ‘m voorzichtig naar huis. De andere kabouters slepen met zijn allen de kerstboom mee.
Thuis in het bos krijgt Fred mooi gips om zijn been. Alle kabouters zetten er hun handtekening op. En Fredje wordt de hele dag op de slee rondgereden.
De kerstboom wordt dicht bij de huisjes gezet. De boom wordt mooi versierd met lampjes.


Met zijn allen gaan ze heel veel Kerstmannetjes vouwen


Ook Fredje doet mee. “Natuurlijk!!!” lacht hij:
 “Ik mankeer toch niks aan mijn handjes??”

En vrolijk lachen de kabouters met ‘m mee.

Kerst in het kabouterbos.    Vragen.

 

 

  1. Waarom heeft Fredje zijn pyjama niet aan?

 

  1. Hij wil naar het werk

B  Hij wil de grootste kerstboom omzagen

C Hij wil weg bij de kabouters

D Hij heeft geen zin om zich uit te kleden.

 

  1. Wat gaat Fredje doen?

 

A  lekker sleetje rijden

B een grote sneeuwpop maken

C  alle kabouters wakker maken

D wandelt door de sneeuw met een zaag en het sleetje.

 

  1. Waarom kan Fredje niet op tijd wegrennen, als de boom valt?

 

  1. De boom valt helemaal niet, want hij kan de boom niet omzagen.
  2. De boom valt de andere kant op.
  3. Fredje zit vast in de dikke sneeuwlaag
  4.  Hij valt over het sleetje.

 

  1. Wat willen de kabouters doen, als ze de sneeuw zien?
    1. Fredje met sneeuw wassen.
    2. Een sneeuwpop maken
    3. Weer terug naar bed
    4. De sneeuw wegschuiven.

 

  1. Waarom mag Fredje op de slee?
    1. Hij is moe van het zagen
    2. Hij heeft zijn been gebroken
    3. Hij heeft zijn arm gebroken
    4. Hij mag uitrusten.

 

  1. Wat zegt Fredje als ze de Kerstmannetjes vouwen?

A.  Ik moet het jullie voordoen.

B. ik heb alleen een vouwbeen

C. Ik mankeer toch niks aan mijn handjes

D. Ik weet precies hoe het moet.