donderdag 7 december 2023

Kerst in het kabouterbos


 
Het is stil in het bos. Alle kabouters slapen, na een nacht hard werken. Het sneeuwt. Dikke vlokken dwarrelen naar beneden. Maar hé wat zie ik. Is één kabouter nog wakker?  

Nee het is geen kabouter, maar het is Fredje Vouwbeen, die bij de kabouters in het bos woont.
Maar wat is dat nu?  Fredje heeft  zijn jas aan, en een muts op. Hij heeft zijn pyjama nog helemaal niet aan. Hij zit voor het raam, te kijken naar de sneeuw.

Moet jij niet naar bed Fred?    
Nee Fredje heeft een plannetje. Het is bijna Kerst, en hij wil de kabouters verrassen. Hij wil de grootste kerstboom van het bos omzagen en meenemen.
Die moet hij helemaal aan de andere kant van het bos halen.
De slee en een zaag liggen al klaar.  Fredje wacht tot hij zeker weet dat iedereen slaapt.
Stilletjes loopt hij het huis uit, neemt de zaag en de slee mee, en gaat op weg.

Het sneeuwt niet meer, maar de bomen en de paddenstoelhuisjes zijn mooi wit.   Fredje stapt stevig door. In de sneeuw zie je de voetstappen en lange strepen van de slee.  Eindelijk… daar staat ie!   De grootste kerstboom van het bos.  

Vlug begint hij te zagen. Pff wat een werk, en wat krijgt ie het warm. Had ik dit niet beter samen met de kabouters kunnen doen?   Nee, natuurlijk niet,  dan is het toch geen verrassing meer.
Fredje zaagt en zaagt maar door. En ja   kr…aaaaak    hoort Fredje. Nu nog even doorzagen. Maar dan oei, wat gebeurt er nu? De boom valt om.

Fredje wil snel wegrennen, maar hij zit vast in de dikke sneeuwlaag.
Bam de boom ligt op de grond, met…. Fredje eronder.  
 Au au   mijn been…..roept Fredje.  Oooh wat nu.  Hij probeert zijn been onder de boom weg te trekken, maar het lukt niet. De boom is veel te zwaar.   Dikke tranen van verdriet rollen over zijn wangen. 
Hij roept  “Help  help” maar niemand hoort hem.

In het kabouterbos worden de kabouters wakker. Ze zien overal sneeuw. Ze dansen in het rond, en gooien elkaar met sneeuwballen. “Hé Fredje is nog niet wakker” Zullen we ‘m eens ff met sneeuw wassen, roept  één van de kabouters. Met zijn allen rennen ze naar Fred’s huisje.

Maar…. Waar is Fredje?  Zijn bed is netjes opgemaakt, en zijn pyjama ligt opgevouwen op het kussen.  “ Fredje …waar ben je?.”   Dan roept één van de kabouters  Kijk hier eens…   voetstappen en strepen. Van wie zijn die voetstappen?  

De kabouters volgen de voetstappen, steeds verder het bos in. Ze begrijpen er niets van. Is Fredje weggelopen? Vond hij het niet leuk meer bij de kabouters?  Waarom heeft hij dan niets gezegd? De kabouters willen vrolijke Fredje niet missen, en verdrietig lopen ze verder.

Om beurten roepen ze “Fredje…..Fredje.. “ en tegelijk blijven ze doorlopen en de voetstappen volgen.    
Ze roepen weer “Fredje…..Fredje..!!”  

Wat is dat?  Hoor ik wat, roept één van de kabouters, of is dat de wind?   Ze staan muisstil, en ja hoor  daar horen ze het weer.
Het klinkt als: ” Hellup...”  En weer horen ze   “Hellup..”.
De kabouters beginnen te rennen, en dan zien ze een omgevallen boom en een sleetje.
En wat nog meer?   Fredje!!!  Wat zijn ze blij dat ze ‘m gevonden hebben.

Vlug proberen ze Fredje te bevrijden. Met zijn allen duwen ze de boom een eindje omhoog, en één van de kabouters trekt aan Fredje’s armen.   1…2.    hup. Fredje is bevrijd. Maar als hij wil gaan staan, schreeuwt hij van de pijn. Oh au mijn been.
Fredje heeft zijn been gebroken.

Vlug leggen ze Fredje op de slee, en ze trekken ‘m voorzichtig naar huis. De andere kabouters slepen met zijn allen de kerstboom mee.
Thuis in het bos krijgt Fred mooi gips om zijn been. Alle kabouters zetten er hun handtekening op. En Fredje wordt de hele dag op de slee rondgereden.
De kerstboom wordt dicht bij de huisjes gezet. De boom wordt mooi versierd met lampjes.


Met zijn allen gaan ze heel veel Kerstmannetjes vouwen


Ook Fredje doet mee. “Natuurlijk!!!” lacht hij:
 “Ik mankeer toch niks aan mijn handjes??”

En vrolijk lachen de kabouters met ‘m mee.

Kerst in het kabouterbos.    Vragen.

 

 

  1. Waarom heeft Fredje zijn pyjama niet aan?

 

  1. Hij wil naar het werk

B  Hij wil de grootste kerstboom omzagen

C Hij wil weg bij de kabouters

D Hij heeft geen zin om zich uit te kleden.

 

  1. Wat gaat Fredje doen?

 

A  lekker sleetje rijden

B een grote sneeuwpop maken

C  alle kabouters wakker maken

D wandelt door de sneeuw met een zaag en het sleetje.

 

  1. Waarom kan Fredje niet op tijd wegrennen, als de boom valt?

 

  1. De boom valt helemaal niet, want hij kan de boom niet omzagen.
  2. De boom valt de andere kant op.
  3. Fredje zit vast in de dikke sneeuwlaag
  4.  Hij valt over het sleetje.

 

  1. Wat willen de kabouters doen, als ze de sneeuw zien?
    1. Fredje met sneeuw wassen.
    2. Een sneeuwpop maken
    3. Weer terug naar bed
    4. De sneeuw wegschuiven.

 

  1. Waarom mag Fredje op de slee?
    1. Hij is moe van het zagen
    2. Hij heeft zijn been gebroken
    3. Hij heeft zijn arm gebroken
    4. Hij mag uitrusten.

 

  1. Wat zegt Fredje als ze de Kerstmannetjes vouwen?

A.  Ik moet het jullie voordoen.

B. ik heb alleen een vouwbeen

C. Ik mankeer toch niks aan mijn handjes

D. Ik weet precies hoe het moet.

 






zondag 3 december 2023

Het feest van Sinterklaaas deel 2






 
Fredje Vouwbeen en de kabouters   Het feest van Sinterklaas   deel 2

In het grote huis van Sinterklaas is het een drukte van belang. Overal staan cadeautjes,  inpakpapier, jute zakken, en pietjes rennen heen en weer.

In de pietenkeuken ruikt het heerlijk naar pepernoten.
Daar komt de postpiet aan met een grote zak met post.
Hij gooit de zak voor de voeten van Sint om, en wel duizend brieven vallen eruit.

Oh oh  zegt Sint. Wat veel, Piet. Als ik het allemaal maar op tijd klaar krijg.
Maar Sinterklaas, wij helpen U toch.  En in een mum zitten er wel 10 Pieten om Sinterklaas heen die de brieven openmaken en lezen, en opschrijven in het grote boek.
Na een uurtje zijn ze klaar.

Maar!!  dan ziet kleine pietje nog iets voor de voeten van Sint liggen. Een heel klein envelopje.
Sint Sint..   roept pietje.  Hier is nog een envelop, en die is nog niet opengemaakt.  
Hee er zit een mini mini briefje in, roept Pietje.
Niemand kan lezen wat er op staat. Zo klein is het.

Sint Sint  hier… een vergrootglas. Iedereen zit nu doodstil om de Sint heen.
Dag Sinterklaas, staat er. U kent me wel, ik ben Fredje Vouwbeen.        Al een half jaar woon ik bij de kabouters, en ze hebben nog nooit bezoek van U gehad. Kunt u ook een keertje bij ons komen?

Sint leest alle wensen. Aan de slag Pieten!! Daar moeten we natuurlijk naartoe. Zoek alles bij elkaar. Dan kan ons kleine Pietje het wel gaan brengen. De volgende dag gaat pietje op weg.

Grote Piet heeft ‘m met de helikopter tot het bos gebracht. Pietje loopt alleen verder.  Ja, daar ziet hij al de paddenstoelen met de schoorstenen en de ramen. Vlug klimt Pietje op het dak van de grootste paddenstoel. Hij zwaait zijn benen in de schoorsteen, en hij wil zich langzaam verder laten zakken.
Maar dan ooh  ohh.  Pietje zit klem. Wat nu?  
Help Help!! Maar het is doodstil in het bos. Niemand hoort Pietje roepen.…

Opeens .. wat hoort Pietje daar? Gezang. Het lijkt wel of het steeds dichterbij komt. Het zijn de kabouters en Fredje, die terugkomen van hun werk in het bos. Pietje roept nu weer zo hard als hij kan: Help Help !!!!!  hij krijgt het nu echt benauwd.

De kabouters kijken verschrikt. Wie zit er boven op het dak van Fredje’s huis? Een klein mannetje  met een grote muts. En naast de schoorsteen staat een grote jute zak. Fredje weet natuurlijk meteen wie dat is.  Hee Pietje, roept Fredje  Wat doe je nou dan toch ??   Dat is toch veel te klein om door te klimmen. 

Ja snikt Pietje  maar zo.hoo doehoe ik het toch altijdddd. 
Rustig maar, zegt Fredje, Ik heb wel een idee: kabouters  hou mij vast, roept ie  en dan steekt hij zijn vouwbeen omhoog. Pakken… Pietje!  Pietje pakt het vouwbeen stevig vast. Fredje en de kabouters lopen heel langzaam achteruit.
Fredje trekt stevig aan het vouwbeen en dan ineens: Floep!! Pietje vliegt de schoorsteen uit. En valt op het dak. Wat is hij opgelucht.
Vlug klimt hij het dak af. 
De kabouters staan nu allemaal om Pietje heen.  Pietje krijgt snel een glaasje water voor de schrik, ja en dan…     laat ie natuurlijk gauw zien wat er in die grote zak zit.
Wat zijn de kabouters blij.  Een nieuwe hark, een bezem, zelfs de mondharmonica. En helemaal onderin zit…. Een nieuw vouwbeentje. Iedereen is blij.
Nadat ze samen met Pietje nog wat pepernoten hebben gegeten, zwaaien ze Pietje uit. Hij kan natuurlijk niet al te lang blijven.

Tot ziens  tot volgend jaar!!!    Ja… roept Fredje.  En dan niet meer door de schoorsteen he!!!
Pietje lacht.. maakt een duikeling in het bos en…. Weg is ie.

Vouw de pietenmuts









maandag 20 november 2023

Het feest van Sinterklaas deel 1





Fredje Vouwbeen en de kabouters       deel 1

Zeg , hebben jullie je verlanglijstje voor Sinterklaas al klaar, vraagt Fredje op een dag in november aan zijn kaboutervriendjes.
De kabouters zitten in een grote kring om Fredje heen.
Ze kijken ‘m verbaasd aan. Sinterklaas???  Wie is dat?  Nooit van gehoord.
Daar begrijpt Fredje niks van. Nog nooit van Sinterklaas gehoord?? 
En van de zwarte Pietjes die ‘m helpen?  Fredje gaat in zijn boek op zoek naar plaatjes van de Sint en zijn Pieten.  En dan vertelt hij het verhaal van Sint.  De kabouters hangen aan zijn lippen.

Sinterklaas is al heel oud. Hij woont in Spanje met zijn Pieten. Maar als hij bijna jarig is, komt hij naar Nederland. Daar koopt hij dan heel veel cadeautjes. Nee niet voor zijn eigen verjaardag, maar voor alle kinderen in Nederland. De cadeautjes worden ’s nachts door de Pieten gebracht.  Meestal klimmen de Pietjes dan door de schoorsteen, en leggen de cadeautjes bij de kachel.  

De kabouters luisteren ademloos.  Maarrr hoe weet Sinterklaas dan wat de kinderen willen?    Ennne ??…  Nou zegt Fredje. Daarom maken alle kinderen een verlanglijstje, en dan kijken Sint en de Pieten of het allemaal kan, en dan brengen ze het.
Zou Sint ook bij ons kunnen komen??    Hoe weet hij waar we wonen?  

Juist  zegt Fredje. Daarom moeten we een verlanglijstje maken, en Sint vertellen waar we wonen, anders kan hij het natuurlijk niet brengen.
Opgewonden beginnen de kabouters door elkaar heen te praten.  Ik wil wel een trap, roept Pukky.  Dan kan ik overal beter bij. Oh zegt Warrel, dan vraag ik een agenda.  Ik wil wel een kam, roept Woest.  Ha ha zegt Harky   , dan weet ik ook nog wel iets.  Allemaal roepen ze door elkaar heen. Hoho roept Fredje. Zo gaat dat natuurlijk niet.
Ik heb hier een vel papier en een potlood, en dan noemen jullie allemaal 1 ding, wat je graag wilt hebben.  De kabouters denken diep na.  En om de beurt vraagt Fredje wat ze willen.

Oh oh wat is dat moeilijk. Sommige kabouters willen wel 3 dingen, maar dat kan natuurlijk niet.
De een wil een nieuwe zakdoek, de ander een muts, en Vrolijk wil een mondharmonica.
Fredje heeft al snel een heel lijstje vol.
Hij knabbelt even op zijn potlood. Wat zal ik vragen??   Nou.. ik denk dat ik maar een nieuw vouwbeentje vraag.   De mijne is wel erg versleten de laatste tijd hier in het bos.

Eindelijk zijn ze klaar. Het is een lange lijst geworden.
Fredje vouwt het papier een paar keer dubbel, en stopt het in een envelop.
Maar??  Wie moet de brief nu naar de Sint brengen?  Daar hebben de kabouters geen twijfel over. Dat doet Fredje natuurlijk. Hij weet tenslotte de weg.   

Een diepe frons komt er op Fredje’s voorhoofd.  Dat kan wel zijn, maar het duurt natuurlijk weken voor ik dan bij de Sint ben. En dan is hij al lang weer terug naar Spanje. De kabouters zuchten.  Zou het nu niet door kunnen gaan?
Fredje bladert in zijn vouwboek, om te zoeken naar een oplossing.  Een fiets??  Nee duurt te lang.  Een auto??    Nee gaat ook niet.   Wacht…. Wat zie ik hier. Zevenmijlslaarzen.   Die moeten we hebben. Fredje zoekt heel stevig papier, en samen gaan ze aan het vouwen.

Het worden laarzen met een hele mooie strik.  Fredje trekt ze aan, en gaat op weg. Alle kabouters zwaaien en roepen   tot gauw…    en….  weg is Fredje.     Zou het ‘m lukken ???
Of Fredje zo vooruit komt?  Ik betwijfel het.    Laarsjes gevouwen en opgeplakt door Vycho.

Laarsjes gevouwen door Laurynn. Fredje rent met zijn zevenmijlslaarzen naar de Sint.

zondag 12 november 2023

Het verdrietige pietje

 

 


Het is een drukte van belang in het grote huis van Sinterklaas.

Pieten rennen af en aan. Ze moeten nog van alles doen, voordat ze met de boot naar Nederland kunnen: cadeautjes moeten in grote dozen, pepernoten worden gebakken, en gaan in grote zakken. En er moeten nog heel wat chocoladeletters gemaakt worden.

Sint zit in zijn kamer. Hij moet het grote boek bijwerken.

Dat is ieder jaar weer een hele klus. Hij wil dan ook niet gestoord worden, want hij kan natuurlijk geen kinderen vergeten.

De pieten moeten dus zelf zorgen, dat alle spullen naar de boot gebracht worden. Ze sjouwen af en aan.

 

Als de hoofdpiet weer een grote zak uit de hoek haalt, ziet hij tot zijn schrik iemand in het hoekje zitten, helemaal klein opgevouwen, zijn hoofd op zijn armen, en als Piet goed luistert, dan hoort hij gesnik.

Wat is dat nou? 

Wat is hier aan de hand?

Wat doe jij hier Pico?  vraagt Piet.

Waarom zit je hier in een hoekje te huilen, en help je niet mee?

Nou eh,  ik ben heel verdrietig zegt Pico, want ik mag niet mee naar Nederland van Sint.

Niet mee?  Waarom is dat nou zegt Hoofdpiet:

Je bent de snelste van alle pietjes, die dit jaar voor het eerst mee mogen.

Je hebt het hardst gewerkt, je bakt de lekkerste pepernoten, en je rent als een haas over het dak.

Sint zal zich vast vergist hebben.

Nee, zegt Pico, er mogen alleen nog maar witte pietjes mee, of pietjes die een klein beetje bruin zijn.

Sint zegt, dat ik te donker ben, en als ik meega is dat rakee   Oh zegt Hoofdpiet, bedoel je racisme.

Ja, ik heb in de zomer, toen het zo warm was, heel veel buiten in de zon gezeten, het was te warm om te springen en pepernoten te bakken.

En toen ben ik heel donkerbruin geworden.

Kijk, mijn handen, mijn buik, mijn voeten.

En weer rollen de tranen over zijn wangen.

Hij had zich zo verheugd op zijn 1ste reis naar Nederland.

Hij had van de andere pieten al zoveel leuke verhalen gehoord, en nu…..

 

Tjaa zegt Hoofdpiet. Wat nu?  Sint mogen we nu niet storen, die is erg druk met alles in zijn boek schrijven, en hij mag geen fouten maken.

Kom eens mee Pico.

Hoofdpiet beent met grote stappen door het pakhuis.

Pico staat snel op, en rent zo vlug als hij kan, achter hoofdpiet aan.

Piet laat een bad vol water lopen.

Spring er eens in Pico.

Hoofdpiet gaat Pico flink wassen en schrobben, maar wat ie ook doet, het helpt niets.

Dikke tranen vallen nu in het water.

Kom er maar weer uit, zegt Piet.

Pietje kleedt zich snel weer aan, en loopt langzaam terug naar het pakhuis, zijn hoofd helemaal gebogen.

Hij ziet niet dat Piet Gover er aankomt, die een emmer meel in zijn handen heeft, voor het bakken van grote broden voor onderweg op de boot.

Piet Gover ziet ook niets, hij heeft de emmer half voor zijn gezicht.

En dan ineens boem, daar liggen Pico en Gover allebei languit op de grond.

De emmer met meel is omgevallen boven op Pico.

Pico zit helemaal onder het meel.

Hij niest en proest, en op zijn wangen zitten allemaal witte strepen van Pico’s tranen.

De hoofdpiet begint keihard te lachen, en Pico moet nog harder huilen.

 

De hoofdpiet beurt Pico op, schudt wat meel van zijn lijf, en zegt: kom eens mee, kijk hier eens in de spiegel.

Pico kijkt, en begint dan heel hard te lachen.

Gover… Hoofdpiet… ik ben niet langer zwart meer, ik ben bruin met witte strepen.

 

Kan ik misschien toch mee naar Nederland??

Nou Pico, ik denk het niet, het meel klop je er zo van af, en dan ben je weer hartstikke donkerbruin.

Wat een teleurstelling.

Wacht, zegt Gover. Blijf hier even staan jongens, ben zo terug.

En weg schiet Gover.

Hoofdpiet en Pico kijken elkaar verbaasd aan.

Wat heeft die nou?
Even later komt Gover terug met een emmertje en een kwast.

Hier zit nog wat witte verf in, van het opknappen van de boot.

Hij duwt de kwast onder in de emmer, en veegt er dan mee over Pico’s gezicht.

Pico krijgt nu allemaal witte strepen.

Hij kijkt in de spiegel, en begint dan heel hard te lachen.

Ha, jullie zijn allemaal wit, en krijgen zwarte strepen van het roet van de schoorsteen.

En ik ben zwart, en heb nu allemaal witte strepen.

Ik zie er nu hetzelfde uit als jullie.

Hoera, nu kan ik wel mee toch.

Dat denk ik ook zegt Hoofdpiet, want wij doen niet aan discriminatie.

Wat disnatie nou weer is, weet Pico niet, zal ‘m ook een zorg zijn.

Hij kan mee naar Nederland.  Van plezier maakt hij 3 koprollen achter elkaar, en rent gauw achter de hoofdpiet aan, om mee te helpen alles op tijd op de boot te krijgen.

 


En als je nu een donker Pietje ziet, met allemaal witte strepen, dan weten wij wie het is.  Pico!! .   Niet verder vertellen he.

 

 Vragenlijst.

1.    Waarom wil Sint niet gestoord worden?

 

A  hij moet het grote boek bijwerken.

B  hij is aan het rusten.

C  hij is aan het eten.

D  hij slaapt nog.

 

 

2.    Wat doet de hoofdpiet?

 

A   pepernoten bakken

B   zakken naar de boot brengen

C   ozosnel naar Sinterklaas brengen

D  chocoladeletters inpakken.

 

 

 

3.      Waarom is Pico zo verdrietig?

 

A   hij heeft buikpijn, omdat hij te veel pepernoten heeft gegeten

B   hij wil niet mee naar Nederland

C  hij mag niet mee van Sint.

D  hij wil liever spelen, dan helpen sjouwen.

 

 

4.    Waarom moet Pico proesten en niezen?

 

A.    Hij is verkouden.

B.   Hij heeft bloemen in zijn hand, die heel erg ruiken.

C.   Hij verslikt zich in een pepernoot.

D.   Hij zit helemaal onder het meel.

 

 

5.     Waarom kan Pico toch mee naar Nederland?

 

A.    Hoofdpiet heeft witte verfstrepen op zijn gezicht gemaakt.

B.    Sint komt Pietjes te kort.

C.    er kunnen wat pietjes niet mee, omdat ze ziek zijn.

D.    Hij kan het hardste rennen van alle pietjes.