vrijdag 15 mei 2020

FREDJE VOUWBEEN HOOFDSTUK 4


Fredje Vouwbeen gaat op reis    deel 4



 Fredje ziet een roze beest, met grote oren, kraaloogjes,  en een hele platte neus met grote gaten.  Wat zou dat nou toch zijn?  Als hij verder rond kijkt ziet hij er een heleboel. En ze lopen allemaal door elkaar. He grappig zeg.  Ze hebben allemaal een krulstaart. Het gnr gnr gaat steeds harder. 

Fredje weet niet wat het is, nooit gezien ook. Maar weet je wat.             Hij pakt zijn rugzak, en hij haalt er het grote dieren en mensen boek uit. (gelukkig had hij dat ook meegenomen)   
Hij bladert erin. Ja dit is het.  Ze heten “ varken” 
Fredje scheurt een velletje papier uit zijn boek, en hij gaat het varken vouwen. Hij vouwt alleen het hoofd. Hij maakt er 2 grote kraaloogjes op. He! hoe kom ik nou aan het lijf??
 Ah natuurlijk. Daar heb ik mijn vouwbeen voor.
Fredje duwt het vouwbeen in het gevouwen hoofd, en kijk!   
 Het varkenshoofd draait rond op zijn vouwbeen.
Fredje lacht. Hij gaat staan met het vouwbeen in zijn hand, met daar bovenop het gevouwen varkenshoofd. Hij draait ermee rond. 
Het hoofd wiebelt op zijn vouwbeen, het kijkt ‘m olijk aan.           Maar ho… wat gebeurt er nu weer?    
De vrachtwagen begint ineens weer te rijden, zo hard, dat de vrachtwagen helemaal schudt.       
En  oh oh  Fredje kan zich nergens aan vasthouden, en hij duikelt rond. steeds harder en harder, en pats.  Daar ligt hij.    
Hij valt in de zachte berm.    
Gauw krabbelt Fredje overeind. Het vouwbeen heeft hij nog steeds goed vast, maar in het varkenshoofd zit een flinke deuk.  
 Fredje moet er wel om lachen, nu heeft het varken een scheve platte neus. Vlug vouwt Fredje het weer goed, en hij stopt het dan in zijn boek. Zijn rugzak gaat weer om, hij pakt zijn vouwbeen, en hij wandelt weer  verder, vrolijk zijn deuntje fluitend.  
Fredje loopt verder, tussen huizen door, langs wegen, hij komt van alles tegen; koeien in de wei,
Kinderen die op straat spelen, ze zijn aan het knikkeren, en ze springen met een touwtje.
Fredje kijkt zijn ogen uit.     
Opeens komt er een mevrouw aan, met een grote emmer in haar hand. Wat zou daar in zitten??    
Lang hoeft Fredje niet op het antwoord te wachten. Een grote straal water komt zijn kant op.   
Fredje springt snel opzij, maar toch raakt een hele straal water hem, en hij vliegt met het water mee de straat over.  Wordt vervolgd….

Lees het verhaal, en kijk of je het goede antwoord weet.
Vouw daarna het varken.

A: Wat voor staart hebben de varkens?
  1. een pluizige staart.
  2. Een hele lange staart
  3. een staart met krul
  4. varkens hebben geen staart.

B:   Hoe maakt Fredje het lijf van het varken?
1.    Ook van papier
2.    Het vouwbeen is het lijf
3.    hij steekt zijn arm in de gevouwen kop
4.    Hij wiebelt er mee op zijn hoofd.

C:     Wat doet de vrachtwagen?
1.    Begint ineens weer te rijden.
2.    Hobbelt over een brug.
3.    Rijdt steil naar beneden, een berg af
4.    Rijdt achteruit een helling af.



D: Hoe komt Fredje aan de andere kant van de straat?
1.    Met zijn vouwbeen glijdt hij naar de andere kant.
2.    Hij springt als een kangoeroe op zijn rugzak
3.    Hij pakt het springtouw en slingert zich naar de andere kant
4.    Hij vliegt met het water mee, de straat over.




zondag 10 mei 2020

WEER NAAR SCHOOL







Dag Juf (Meester)

Hier ben ik weer.   Heb je me gemist?  Ik jou wel.
Hier is een kaartje voor je, dan kun je zien hoe ik me voel, nu ik weer naar school ga!!

Nodig:
Geel papier 7x 7 cm
Vouwdiagram, karton, stempelinkt, stickerrandjes.
Stukjes papier: wit, rood, zwart en blauw.

Werkwijze:
Vouw in de velletjes papier van 7 x 7 cm 2 diagonalen  (en weer terugvouwen)
Vouw nu alle 4 punten naar het midden (envelopje) en weer terugvouwen.
Vouw nu de 4 kleine hoekjes om.
Draai het papier om.


De emoji is klaar om verder versierd te worden.
Maak een lachend, verdrietig, boos, blij mannetje.
Je kunt de stansjes gebruiken, maar je kunt ook zelf de gezichtjes tekenen.
Stempel de kaart met oranje stempelinkt (Heb je geen oranje, stempel dan eerst met rood, en veeg er daarna  met geel overheen.
Plak de emoji op. Plak nu de stickerrandjes rondom.
Hoe meer stickertjes, hoe harder de zon straalt. J  
Veel plezier ermee.




maandag 4 mei 2020

FREDJE VOUWBEEN HOOFDSTUK 3




 De wind suist om zijn oren.  
Fredje trekt zijn beentjes wat dichter tegen zich aan.
Hij tolt nu in het rond, verder naar beneden.
Hij durft niet te kijken. Maar dan …Ineens bam!. Daar ligt hij. Au au roept Fredje, mijn been, mijn been…
Oh dat doet pijn.
Versuft kijkt hij rond.
Waar ben ik? Niet op straat. Niet in de sloot, of in de struiken. Nee  hij rijdt!!

Hoe kan dat nu?  Wat is dit nou weer?
Hij kijkt eens goed om zich heen.
En dan ziet hij, dat hij boven op een grote vrachtwagen is gevallen. De vrachtwagen raast over de straat.
Fredje houdt zich goed vast, om niet van de vrachtwagen af te glijden.
Zijn hoedje is hij kwijt, maar gelukkig heeft hij nog wel zijn rugzak en zijn vouwbeen.
Hij gaat tegen de cabine van de vrachtwagen zitten.
Hij kijkt naar zijn knie, en dan ziet hij waarom het zo’n pijn doet. De knie is helemaal geschaafd. Er komt zelfs een beetje bloed uit. Oh oh wat moet ik nu doen??
Fredje rommelt in zijn rugzak, en ja hoor. Een pleister! Hij plakt de pleister op zijn knie. Zo, dat lucht op. Gelukkig is de knie alleen maar geschaafd, maar ik mag toch wel wat voorzichtiger zijn, denkt Fredje.
Dadelijk noemen ze me nog Fredje Brekebeen in plaats van Fredje Vouwbeen, en dat kan natuurlijk niet.
He he  nu eerst even uitrusten. Wat is hij moe geworden van het avontuur met de vlieger.!
Fredje kijkt eens om zich heen. De vrachtwagen rijdt maar door. Langs de huizen, de bomen, een school met spelende kinderen.
Hij pakt zijn vouwbeentje en het origami papier, en hij gaat een paar huisjes vouwen.
De vrachtwagen remt langzaam af, en dan staat hij helemaal stil. Maar, wat hoort Fredje nu toch voor geluiden?

Hij luistert nog eens goed. Dat komt onder hem vandaan.
Er zit iets in die grote vrachtwagen. Maar wat?   Hij hoort  gnrr   gnrr   gnrr. 
Nu wordt hij toch wel heel erg nieuwsgierig. Hij kijkt rond, om te zien, of er ergens een gaatje in het dak van de vrachtwagen zit.
Voorzichtig schuift hij over het dak van de vrachtwagen, ja daar zit een gaatje. Hij kruipt er voorzichtig naartoe, en hij kijkt erdoor……............ wordt vervolgd







Vragen:
1. Fredje valt, maar waar komt hij terecht?
    A in de sloot
    B in de struiken
    C op een vrachtwagen
    D  midden op straat.

2. Wat is Fredje kwijt?
    A  zijn vouwbeen
    B  zijn rugzak
    C  zijn schoenen
    D  zijn hoedje.

3. Wat is er met zijn knie?
    A  is gebroken
    B  is geschaafd
    C er zit een gat in
    D is helemaal blauw


4. Wat gaat Fredje vouwen?
    A  een paar huisjes
    B  een nieuw hoedje
    C een pleister
    D  een rugzak
Vouw nu de huisjes