Fredje
Vouwbeen gaat op reis deel 4
Fredje ziet een
roze beest, met grote oren, kraaloogjes,
en een hele platte neus met grote gaten.
Wat zou dat nou toch zijn? Als
hij verder rond kijkt ziet hij er een heleboel. En ze lopen allemaal door
elkaar. He grappig zeg. Ze hebben
allemaal een krulstaart. Het gnr gnr
gaat steeds harder.
Fredje weet
niet wat het is, nooit gezien ook. Maar weet je wat. Hij pakt zijn rugzak, en hij
haalt er het grote dieren en mensen boek uit. (gelukkig had hij dat ook
meegenomen)
Hij
bladert erin. Ja dit is het. Ze heten “ varken”
Fredje
scheurt een velletje papier uit zijn boek, en hij gaat het varken vouwen. Hij
vouwt alleen het hoofd. Hij maakt er 2 grote kraaloogjes op. He! hoe kom ik nou
aan het lijf??
Ah natuurlijk. Daar heb ik mijn vouwbeen voor.
Fredje duwt
het vouwbeen in het gevouwen hoofd, en kijk!
Het
varkenshoofd draait rond op zijn vouwbeen.
Fredje lacht.
Hij gaat staan met het vouwbeen in zijn hand, met daar bovenop het gevouwen
varkenshoofd. Hij draait ermee rond.
Het hoofd wiebelt
op zijn vouwbeen, het kijkt ‘m olijk aan. Maar ho… wat
gebeurt er nu weer?
De
vrachtwagen begint ineens weer te rijden, zo hard, dat de vrachtwagen helemaal
schudt.
En oh
oh Fredje kan zich nergens aan
vasthouden, en hij duikelt rond. steeds harder en harder, en pats. Daar ligt hij.
Hij
valt in de zachte berm.
Gauw krabbelt Fredje
overeind. Het vouwbeen heeft hij nog steeds goed vast, maar in het varkenshoofd
zit een flinke deuk.
Fredje
moet er wel om lachen, nu heeft het varken een scheve platte neus. Vlug vouwt
Fredje het weer goed, en hij stopt het dan in zijn boek. Zijn rugzak gaat weer om,
hij pakt zijn vouwbeen, en hij wandelt weer
verder, vrolijk zijn deuntje fluitend.
Fredje loopt
verder, tussen huizen door, langs wegen, hij komt van alles tegen; koeien in de
wei,
Kinderen die
op straat spelen, ze zijn aan het knikkeren, en ze springen met een touwtje.
Fredje kijkt
zijn ogen uit.
Opeens
komt er een mevrouw aan, met een grote emmer in haar hand. Wat zou daar in
zitten??
Lang
hoeft Fredje niet op het antwoord te wachten. Een grote straal water komt zijn
kant op.
Fredje
springt snel opzij, maar toch raakt een hele straal water hem, en hij vliegt
met het water mee de straat over. Wordt vervolgd….
Lees het verhaal, en kijk of je het goede antwoord weet.
Vouw daarna het varken.
A: Wat voor staart hebben de varkens?
- een pluizige staart.
- Een hele lange staart
- een staart met krul
- varkens hebben geen staart.
B: Hoe maakt Fredje het lijf van het varken?
1. Ook
van papier
2. Het
vouwbeen is het lijf
3. hij
steekt zijn arm in de gevouwen kop
4. Hij
wiebelt er mee op zijn hoofd.
C: Wat doet de
vrachtwagen?
1. Begint
ineens weer te rijden.
2. Hobbelt
over een brug.
3. Rijdt
steil naar beneden, een berg af
4. Rijdt
achteruit een helling af.
D: Hoe komt Fredje aan de andere
kant van de straat?
1. Met
zijn vouwbeen glijdt hij naar de andere kant.
2. Hij
springt als een kangoeroe op zijn rugzak
3. Hij
pakt het springtouw en slingert zich naar de andere kant
4. Hij
vliegt met het water mee, de straat over.