Wie
ben jij? Ben jij ook een kabouter? Waar is je puntmuts? En je baard?
Allerlei
vragen vuren ze op Fredje af.
Fredje
vertelt zijn hele verhaal.
Al
gauw zitten ze in een grote kring om hem heen.
Ze
bewonderen het mooie vouwboek, ze moeten erg lachen om de platte neus van het
varken, en zijn bootje met het grote gat erin..
Als
Fredje vertelt, dat hij op zoek is naar vriendjes, dan roepen ze allemaal
tegelijk, dat Fredje voor altijd bij hun in het grote bos kan blijven wonen.
Wat is Fredje blij.
Eindelijk
heeft hij dan zijn vriendjes gevonden.
Samen
helpen ze hem met het bouwen van een mooi eigen huisje.
Fredje
krijgt de mooiste paddestoel van
allemaal.
Maar…
hij moet beloven, dat hij net als de kabouters overdag als het licht is, in
zijn huisje blijft.
Pas
als het donker is, komen de kabouters tevoorschijn.
Dan
maken ze muziek, ze dansen, en poetsen hun huisje schoon.
En
natuurlijk leert Fredje ze allemaal leuke vouwsels.
Fredje
is blij en gelukkig. Hij voelt zich helemaal thuis bij de kabouters
Jammer,
dat wij de kabouters niet kunnen zien, maar ………. Ga je naar het bos, luister dan heel goed of
je kaboutermuziek hoort. En misschien…heel
misschien zie je er wel 1.
En als je er 1
ziet, zonder baard, maar met een vrolijk gevouwen hoedje, en een vouwbeentje in
zijn hand, dan is het vast en zeker onze eigen Fredje Vouwbeen.
VRAGEN:
Waaraan kun je zien
dat Fredje geen kabouter is?
1. hij is kleiner dan de
kabouters
2. hij is groter dan de
kabouters
3. hij heeft geen
puntmuts en baard
4. hij heeft een
vouwbeen
Wat moet Fredje beloven?
1. Dat hij overdag in
zijn huisje blijft
2. dat hij zelf een huisje moet bouwen
3. dat hij altijd bij de
kabouters moet blijven
4. dat hij altijd moet
zingen
Wat leert Fredje aan
de kabouters?
1. Hoe ze hun huisje
moeten poetsen
2. allemaal leuke
vouwsels
3. allerlei liedjes
4. hoe je heel hard moet
rennen.
Vouw de paddestoel!