donderdag 31 oktober 2024

ONRUST IN KABOUTERLAND

  kijk en like:  https://www.facebook.com/creabetz

 

 




Fredje en de kabouters hebben vakantie.
Alle voorraad voor de winter is binnen, er mag nu uitgerust worden.
Ze zitten allemaal gezellig in het huis van Fredje.
Ze lezen een boek, maken een mooie puzzel, en spelen allerlei bordspelletjes.
En ze genieten van eikeltjeskoffie met een kastanje taartpunt.
Het is heerlijk rustig in het bos, de vogels slapen, en de dieren liggen in hun nest.
Dan ineens…. Bam.   Een doffe klap op het dak.
Wat is dat?  Onweer?
Ze wachten op de lichtflits, maar die komt niet.
Wel horen ze nu bomber de bomber de bom.
De kabouters kijken elkaar verschrikt aan.
Fredje trekt het gordijn een stukje open, maar hij ziet niets.
Als ze heel goed luisteren horen ze:  tik..  tik.. tik…
Niemand durft iets te zeggen. Ademloos kijken ze naar de deur.
Weer horen ze: tik.. tik…. tik.
Fredje kijkt de kabouters aan, en na een diepe zucht zegt hij: “Ik kijk wel even door het spionnetje van de deur”.
Langzaam loopt hij naar de deur, en kijkt… en hij kijkt nog eens….   Hij ziet helemaal niets.
Het is stikdonker.
Nu hoort hij het heel duidelijk: tik..  tik.. tik…
“Wie is daar”, roept hij met luide stem.
“Ik ben Fie.” een heel zacht stemmetje.
Hij draait zich om, en kijkt de kabouters aan.
 “Wat moeten we,  opendoen?”
“Vraag eerst maar even wat ze wil, zeggen de kabouters, die allemaal heel dicht bij elkaar zijn gekropen.
“Wat is er aan de hand Fie?”
“Ik kan niet meer vliegen”.  “Vliegen?”
“Ja mijn bezem is geknakt”.
“Een bezem??   Daar veeg je toch de stoep mee?”
“Nee, met de mijne kan ik vliegen, zegt Fie”.
Nu begrijpen ze er helemaal niks meer van.
Heel voorzichtig maakt Fredje de deur een stukje open.
Hij ziet iemand staan met een hoge hoed.  Maar het is geen kabouterhoed.
Een zwarte hoed, en een zwarte cape.

“Je hebt wel een hoge hoed, maar toch ben je geen kabouter, wie ben je?”
“Ik ben Fie, en ik ben een heksje.
En dit is een speciale toverbezem !!
We vliegen ermee over het bos, maar mijn bezem vloog in de boom, en toen viel ik naar beneden, precies op jullie huisje.
En nu is mijn bezem stuk, zegt ze snikkend”.
Kom eerst maar even binnen, zegt Fredje.
De kabouters maken gauw plaats voor Fie.
Ze krijgt warme eikeltjeskoffie, en een lekker stukje taart.
“Hier krijg ik het lekker warm van. Dank je wel,” zegt ze.
Iedereen wil de hoge hoed, en de mooie cape van Fie zien.
Maar als ze de kapotte bezem zien, begrijpen ze waarom Fie zo verdrietig is.
Hier kan ze niet meer mee vliegen.
Wat nu?
“Fredje, weet jij niets?”
Fred  bladert in zijn vouwboek.
Hij zoekt bezem…..heks…hoed.
En ja hoor.
Snel gaat hij aan het vouwen. Wat is Fie blij!!
Maar …… als ze met de bezem wil gaan vliegen, komt ze maar niet van de grond.
“Het lukt niet”, zegt ze verdrietig.
Fie houdt zich stevig vast aan de bezem.
Fredje en de kabouters houden haar omhoog, en dan geven ze een heel harde duw.
“Au au…” roept Fie, als ze hard op de grond valt.
“Het gaat niet. De bezem is niet goed”. Dikke tranen rollen over haar wangen.
Hoe moet dat nu ????…..
Dan snikt ze, “ik moet de toverspreuk nog doen, maar dan moet ik eerst…”  ze denkt diep na.
“Ik weet het… een grote pan heksensoep maken”.
Slimpy zoekt de grootste pan, die ze hebben.
Fredje doet er water in, en zet het op het vuur.
Fie gaat  het bos in, om allerlei kruiden te zoeken, en de kabouters doen er wat eikels, kastanjes, en bladeren bij.
Met een grote lepel roert Fie in de pan.
“Het moet goed doorkoken”.
Ze proeft even, precies goed.
De kabouters, Fredje en Fie eten allemaal een grote kom heksensoep  mmmmmm.
Wat is dat lekker!!
Dan pakt ze de bezem en zegt : “simpe sampe hopsasa, ruik de soep en vliegen maar”.
De bezem beweegt.   Zou het lukken?.
Vlug klimt Fie er op, ze gaat hoger en hoger, en ja hoor , boven het huis, de schoorsteen, en hoger dan de bomen.
Maar dan ineens, vliegt ze terug naar beneden, recht voor de voeten van Fredje.
“Wie wil er ook een stukje vliegen?”
Dat willen ze allemaal wel.
Ze maken allemaal een cirkeltje boven het huisje van Fredje.
Veel hoger durven ze toch niet.
“Heel erg bedankt allemaal, ik moet nu snel naar mijn vrienden”, zegt Fie
“Maar, volgend jaar kom ik jullie weer opzoeken, en dan breng ik al mijn vrienden mee, en dan maken we weer een hele grote pan heksensoep!”
Ze klimt op haar bezem, zwaait, zegt iets tegen de bezem, en ja hoor.
Daar gaat ze…. Hoger ..en hoger…..tot ze alleen nog maar een zwart puntje in de lucht zien.
Wow denkt Fredje, kon ik dat ook maar met mijn vouwbeen.
Volgend jaar toch maar eens aan Fie en haar vrienden vragen.
Wie weet??

 

ONRUST IN KABOUTERLAND     VRAGEN

 

 

  1. Wat horen Fredje en de kabouters steeds voor geluid?

A:  het onweert

B: Tik..tik… tik

C: oehoe oehoe

D: eikels en kastanjes die van de boom vallen.

 

 

  1. Waarom kan Fie niet meer vliegen?

A:   Haar cape is stuk

B:   Ze is haar hoed kwijt

C: Haar bezem is geknakt

D: Ze kan niet meer toveren

 

  1. Welke soep gaat Fie maken?

A: heksensoep

B: tomatensoep

C: erwtensoep

D: bruine bonensoep

 

  1. Waarom vliegt Fie weer terug naar de kabouters?

A: Ze wil bij de kabouters blijven

B: Ze wil nog meer heksensoep maken

C:  Ze wil Fredje meenemen

D: De kabouters mogen ook een stukje vliegen 

 

Heksje vouwen:


Nodig: origamipapier zwart (of zwart spikkel)
 7½ x 7½ cm (cape) en 5 x 5 cm (hoed)
Bont papier  7½ x 7½ cm (bezem)
BBQ stokje
Karton 21 x 21 cm en achtergrondpapier bladeren( of vellum ) 21 x 10,5 cm.

Werkwijze:

Vouw het karton dubbel.
Plak er het achtergrondpapier op.
Vouw het heksje, en plak het op de kaart.







Fie en de heksenpot met fredje en kabouter.












Werkwijze:
Vouw het A4 karton dubbel.
Spons de randen met oranje stempelinkt.
Kopieer het achtergrondpapier. (Kies zelf wat je het mooiste vindt)
Snijd het in de maat 20,5 x 14,3 cm en plak het op de kaart.
Vouw de heksenpot.
Plak het met stukje tape op de kaart.
Pons of knip groene rondjes groot en klein, en plak ze in en op de heksenpot.
Vouw Fie (het heksje) Knip een rietje in de lengte door, en plak het  in de heksenpot.
Print Fredje en de kabouter uit, knip ze uit, en plak ze op de kaart.
Knip eventueel nog wat eikels en kastanjes uit, en plak ze op.









 


 

 
 














woensdag 23 oktober 2024

Herfst in het bos

kijk en like:  https://www.facebook.com/creabetz

 




Het is koud en guur.
Fredje en de kabouters komen bijna niet vooruit door de harde wind.
De regen striemt in hun gezicht, en ze moeten hun hoed goed vasthouden, anders waait ie weg.
De takken aan de bomen waaien flink heen en weer.
Bladeren vallen.
Met hun kleine beentjes stappen ze over alle takken en bladeren, op zoek naar eikels en kastanjes.
Hun wintervoorraad is bijna op, dus ze moeten weer veel sjouwen.
Ze werken hard, om hun zakken vol te krijgen, en pas heel laat lopen ze terug naar huis.
 Moe en uitgeput komen ze thuis.
Ze gaan allemaal vroeg naar bed.
Als Fredje de volgende avond een rondje langs de kabouters doet, om ze op te halen, om naar het werk te gaan, schrikt hij.
Ze liggen allemaal nog in bed!!
En wat hebben ze een rode neus en wangen.
Wat hangt er toch onder hun neus?
En wat hoor ik toch steeds, denkt Fred.
Hij luistert eens goed. Ja:  Hatsjiieeee, Hatsjiieeee Hatsjiieeee
Oh oh denkt Fred. Ze zijn verkouden.
Maar, als hij bij een paar kabouters aan hun voorhoofd voelt, dan voelt hij de hitte.
Ojee, dat is niet alleen een verkoudheid, dat is de griep!!
Nu kunnen ze niet naar het bos, eikels en kastanjes verzamelen.
Nee, Fredje moet ze verzorgen.
Vlug maakt hij een hele grote pan pompoensoep, en alle kabouters krijgen een bord.
Ze zijn te ziek om zelf de lepel vast te houden, dus Fredje moet ze helpen.
Wat is hij er druk mee, zweet van het voorhoofd vegen, neuzen snuiten, en soep maken.
De kabouters slapen veel, dat is goed. Dan knappen ze snel weer op.
Ook de volgende nacht gaat Fredje verder met eten brengen en verzorgen.
Fred is blij dat hij de griep niet heeft.


De kabouters knappen langzaam op, hun voorhoofd is niet meer zo warm, en ze hebben niet zo veel zakdoekjes meer nodig.
Ze eten veel pompoensoep, en kastanjestamppot met eikenbladthee en eikeltjesvla.
Maar….  Oh oh , wat slinkt de voorraad snel.
Ze moeten echt weer aan het werk.
Als de kabouters naast hun bed gaan staan, om zich aan te kleden, zakken ze zomaar door hun benen.
Ze zijn veel te slap geworden, van al dat liggen in bed, en van de griep.
Wat nu????…..   Als straks de winter begint hebben we helemaal geen eten, wat moeten we dan?
Fredje denkt diep na, als ik nou eens alleen ga, de kabouters zijn nu zover opgeknapt, dat ze wel voor elkaar kunnen zorgen, maar ze kunnen nog niet mee ver het bos in.
Hij denkt, en denkt. En opeens…. Ja dat is het.
Vlug pakt hij zijn vouwbeen en origamipapier   - stevig papier moet ik hebben!!
Hij vouwt een grote Jeep!!
Vlug rijdt hij met zijn Jeep het diepe bos in, hij zet de Jeep onder een boom.
Fredje klimt in de boom, en met zijn vouwbeen tikt hij de eikels van de boom, precies in de Jeep!!
Al heel snel is de Jeep vol.
Fred rijdt vrolijk naar huis.
De kabouters kijken met open mond, als ze de Jeep zien, vol met eikels.
Vlug helpen ze met uitladen.
Maar…  het is natuurlijk nog lang niet genoeg voor de winter.
Dat krijgt Fred nooit alleen voor elkaar.

Ik weet het, zegt kabouter Slim.
Als we nu nog een paar Jeeps maken?
Vlug gaan ze stevige vellen papier zoeken, en ze vouwen samen een stel Jeeps.
Ze versieren de Jeeps met hun namen, en zo rijdt de bonte stoet in optocht naar het bos, de kabouters die nog een beetje ziek zijn, mogen thuis blijven.
De Jeeps deinen hoog en laag over alle takken en struiken, wat een lol hebben ze.


 




In het bos is het een drukte van belang.
Fredje en een paar kabouters klimmen in de bomen.
Jammer genoeg heeft alleen Fredje een vouwbeen, maar de kabouters hebben een slim plan.
Ze pakken hun punthoed, schudden aan de tak, en hup, daar vallen de eikeltjes in de hoed.
Als de hoed vol is, kiepen ze ‘m om, en de eikeltjes  vallen in de Jeep.
Wat hebben ze een plezier.
Als alle Jeeps vol zijn, gaan ze in optocht zingend naar huis.
Nog een paar keer gaan ze terug, met de Jeeps, tot ze een hele voorraad hebben voor de winter.
Wat zijn ze blij.
Nu kunnen ze lekker uitrusten, plezier maken en leuke spelletjes doen.

 

HERFST IN HET BOS  VRAGEN

 

 

1:   Waarom gaan Fredje, en de kabouters niet naar hun werk ?

     A:  Ze hebben er geen zin in

     B:  Ze willen een snipperdag houden

     C: Ze hebben de griep (zijn ziek)

     D: Hun kleding zit nog in de wasmachine

 

  1. Wat eten de kabouters om snel beter te worden?

   A: pompoensoep, kastanje stamppot en eikeltjesvla

   B:  heel veel ijsjes met slagroom

   C:  dikke boterhammen met eikenblad pindakaas

   D: sinaasappels en heel veel snoep

 

3:  Wat gaat Fredje vouwen van stevig papier?

   A:  Nieuwe mutsen voor de kabouters

   B:  Een fiets

   C:  Een vliegtuig

   D:   Een grote Jeep

 

 

4      Hoe krijgen de kabouters snel hun Jeep vol?

A: Ze hebben – net als Fredje-  een vouwbeen

          B:  Ze schudden aan een tak en de eikeltjes vallen in de punthoed.

          C:  Ze rijden met de Jeep heel hard tegen de boom, zodat de eikeltjes vallen

          D: Ze rapen de eikeltjes van de grond op, en kiepen ze in de Jeep.

 
 
 
 Vouw de Jeep , zie stappenplan tekening en tekst.


JEEP VOUWEN 


  1. Neem een origamiblaadje van 15 x 15 cm. (Het mooiste is een dubbelzijdig gekleurd papiertje) Vouw de 2 middellijnen, en vouw een dalvouw naar het midden.
  2. Vouw de punten schuin naar onderen.
  3. Draai het papier om.
  4. Vouw bovenaan de linkerpunt naar het midden, blijf 1 cm van de middellijnen.
  5. Maak de dal en bergvouw en druk de bergvouw aan naar boven.                           Dit is een zigzagvouw.
  6. Vouw de puntjes onderaan  (voor de wielen)
  7. Maak er met (plak) letters de namen op van Fredje en de kabouters.
  8. Knip Fredje, de kabouters, de eikels kastanjes en blaadjes uit, en versier de Jeep.
1

2

3

4

5

6

                                                                   7






Afbeelding:
Kopieer de afbeelding (rechtermuisknop) en plak 'm in word, of fotoprogramma.
Vergroot de afbeelding tot A4, en print 'm uit.


Print het knipvel op stevig papier.
Knip de plaatjes uit, en plak ze in en op de Jeep.
Neem voor het stuur 4 knopen, en plak ze op.
Plak de namen met stickerletters, of schrijf ze op met een pen of kleurpotlood.
Laat de karavaan met Jeeps maar rijden.
Veel plezier!!

Tip:  Je kunt de eikeltjes natuurlijk ook zelf vouwen. Zie 13 oktober 2019