Fredje Vouwbeen is een door mijzelf geschreven en gepubliceerd origamiboekje.
Het is een leuke combinatie van een verhaal met bij elk verhaaltje een bijbehorend vouwwerkje. Deze vouwwerkjes kunnen in de bijbehorende tekening geplakt worden.
Zo ontstaat een leuk kijk- en doeboek.
Via onderstaande link kom je op de pagina's van Fredje Vouwbeen
http://members.upc.nl/g.lurvink/
Fredje
vouwbeen gaat op avontuur.
Hoofdstuk 1 -- uit: Fredje Vouwbeen gaat op reis
Heel
ver hiervandaan woont Fredje vouwbeen.
Groot
is hij niet, ongeveer zo groot als je duim, maar vrolijk is hij wel, hij zingt
de hele dag.
Zijn
grootste hobby is papier vouwen.
Overal
waar hij naartoe gaat, neemt hij dan ook origami papier en zijn vouwbeentje mee.
Het
vouwbeentje gebruikt hij als wandelstok, hij kan er de besjes aan de struiken
mee aftikken, of gebruiken als peddel in een bootje, maar het liefst gebruikt
hij ‘m natuurlijk om iets moois mee te vouwen.
Met
het vouwbeen strijkt hij de vouwen in het papier mooi glad. Daarom heet hij dan
ook: Fredje vouwbeen.
’s
Morgens als hij wat gegeten heeft, leest hij altijd eerst de krant,
Als
hij de krant uit heeft, maakt hij er altijd een hoedje van, dat zet hij dan op
zijn hoofd.
Hij
zingt dan vaak het liedje: een twee drie vier hoedje van, hoedje van, een twee
drie vier hoedje van papier.
Fredje kan zich zo heel goed vermaken, maar
toch… eigenlijk mist hij nog 1 ding.
Hij
heeft geen vriendjes, en vaak voelt hij zich toch wel erg eenzaam.
Er
zijn natuurlijk wel de grote mensen en de kinderen om hem heen, maar die zien
hem niet eens, zo klein is hij.
Daarom
heeft Fredje vandaag dan ook besloten, om een grote reis te gaan maken. Hij wil
vriendjes
gaan
zoeken, even groot als hij, waar hij samen mee kan spelen, zingen, vouwen en
lachen.
De
spullen die hij mee wil nemen, en natuurlijk zit zijn verzamelboek met
vouwvoorbeelden en origamipapier daar ook bij, stopt hij in een grote rugzak.
Zijn
vouwbeen gaat mee, en hup. Fredje is reisvaardig. Het avontuur kan beginnen!
Lees het verhaal en vouw de hoed. Zie onderaan het vouwvel : hoedje 9 x 7 cm.
Vragen bij Hoofdstuk 1:
Print de vragen uit. Lees het
verhaal.
Kruis het goede antwoord aan.
Vouw het hoedje.
Plak het in het boekje met
een stukje dubbelzijdig tape (action) of fotoplakkers.
Veel plezier.
Tip 1: Vouw een groot hoedje van
een krant, of een ander stuk groot papier.
Maak er voor allemaal 1.
Zet allemaal je gevouwen hoedje op. Ren rondom de tafel.
Zing er een lied bij, en zwaai met je armen.
Valt het hoedje van je hoofd, dan ben je af.
Wie houdt het hoedje het langst op zijn hoofd?
Tip 2: Vouw een stel hoedjes in
verschillende kleuren, plak ze op een kaart.
b.v. 4 hoedjes voor de
vierjarige enz.
Hoofdstuk 1
1. Waarom heet
Fredje “Fredje Vouwbeen? “
A. Hij heeft een stijf been
B. Hij vouwt met een
vouwbeentje
C. Zijn benen zitten rond gevouwen
D. Hij heeft maar 1 been.
- Wat doet Fredje ’s morgens na het eten?
A: Hij
leest de krant, en maakt daarna een hoedje van de krant
C: Hij gaat zich wassen.
D: Hij poetst zijn tanden.
3 Waarom
voelt Fredje zich eenzaam?
A Hij kan niet lezen.
B Hij heeft altijd
slaap.
C Hij heeft maar 1
vouwbeen
D Hij heeft geen
vriendjes
- Wat wil Fredje gaan doen?
A
Een boek lezen.
B Hij gaat heel veel eten, om groter te
worden.
C
Hij gaat op reis, vriendjes zoeken.
D
Hij gaat lekker lui in de zon zitten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten