Deel
2
Fredje zet de pas er stevig in, maar met zulke korte
beentjes en kleine stappen, schiet je natuurlijk niet erg hard op.
Na
een uurtje lopen wordt hij toch wel erg moe, hij zet zijn rugzak op de grond,
en gaat er naast liggen. Even de ogen dicht.
Als
Fredje weer helemaal uitgerust is, vervolgt hij zijn weg. Al gauw vallen de
zweetdruppeltjes van zijn hoofd. Wat is dat zwaar zeg. Zo
schiet het niet echt op.
Hij kijkt
omhoog, en ziet de vogels door de lucht vliegen. Dat is handig. Die gaan lekker
snel zeg.
Kon
ik ook maar vliegen, denkt hij Hè wacht
effe, maar natuurlijk kan ik dat.
Ik
kan toch een vlieger vouwen!!
Fredje
pakt een mooi origami papiertje uit zijn rugzak, en hij vouwt er de vlieger van,
onderaan de vlieger maakt hij een paar mooie strikjes.
Het touw van de vlieger knoopt hij vast aan
zijn vouwbeen. Hij gooit
de vlieger in de lucht, en houdt het vouwbeen omhoog, en ja hoor, de vlieger
klimt langzaam omhoog, en Fredje vliegt mee, hoger en hoger.
De
strikjes wapperen heen en weer.
Fredje
vliegt over de huizen, de bomen, de straat, de mensen. Hij roept en zwaait,
maar och wat jammer niemand ziet of hoort ‘m. Daarvoor is hij natuurlijk veel
te klein.
Oef,
het begint ineens harder te waaien.
De
vlieger gaat flink heen en weer. Fredje kan ‘m bijna niet houden.
Ojee
zijn hoedje waait van zijn hoofd. Fredje racet vooruit. Hij klemt zich wat steviger vast
aan zijn vouwbeen. Wat gaat ie hard zeg. Zijn haren vliegen alle kanten op.
Maar pas op Fredje! Daar staat een hele grote boom, en je vliegt er recht op
af. Fredje probeert met zijn vouwbeen de vlieger een beetje te draaien, maar
nee…dat lukt niet. Help roept hij. Maar de vlieger komt steeds dichter bij de
boom, en ja hoor.
Even
later zit hij vast tussen de takken.
De vlieger kan geen kant meer op. Fredje
wiebelt eerst nog aan zijn vouwbeen heen en weer , maar dan.... valt hij naar
beneden. Eerst langzaam maar dan sneller
en sneller. Hij
knijpt zijn ogen stijf dicht en hij houdt zijn vouwbeen stevig vast.
Help
roept hij nog zachtjes, maar al het geluid gaat door de wind verloren…………………wordt vervolgd.
VRAGENLIJST:
1.
Waarom gaat Fredje zo
langzaam vooruit?
A: hij gaat steeds slapen
B: hij loopt achteruit.
C: hij heeft korte beentjes, en zet kleine
stappen
D: de rugzak is te zwaar.
2. Wat bedenkt hij om
sneller vooruit te komen?
A: hij neemt grotere stappen
B: hij vouwt een vlieger
C: hij gaat springen
D: hij loopt op handen en voeten
3. Wat ziet Fredje
allemaal, als hij aan het vliegen is?
A: de huizen, de bomen, de straat, de mensen
B: zijn kleding en zijn rugzak
C: vliegtuigen
D: paddenstoelen
4. Wat gebeurt er met de
vlieger, als het gaat waaien?
A: stijgt hoger en hoger
B: de strikjes vliegen weg
C: verdwijnt achter de wolken
D: gaat vastzitten tussen de takken van de
boom
Vouw de vlieger