Daar ligt
Fredje in het hoge gras. Kletsnat is hij. Hij trekt zijn schoenen en sokken
uit, en hangt ze aan een tak.
Het is maar
goed, dat de zon zo lekker schijnt, zodat alles snel drogen kan.
Fredje gaat
languit in het gras liggen, doet zijn ogen dicht, en hij soest langzaam weg .
Na een poosje
wordt hij wakker, gelukkig, hij is weer helemaal opgedroogd. Hij kamt zijn
haren, en trekt snel zijn kousen en schoenen weer aan. Rugzak om en zo loopt
hij weer verder, en verder…. en verder….., maar ineens kan hij niet meer verder.
Hij staat
voor een hele grote sloot. Daar kan hij met zijn korte beentjes natuurlijk
nooit overheen.
Wat nu?? Hij denkt na. Ja, ik weet het, zegt ie.
Hij pakt zijn
rugzak, haalt er een stevig origamipapiertje uit, en… hij vouwt een mooi bootje.
Voorzichtig
laat hij het bootje in het water zakken, hij springt erin, en daar peddelt hij
met zijn vouwbeentje door het water.
Lekker
rustig, oei wel zorgen dat ik niet in het riet kom te zitten, dan zit ik klem.
Behendig
draait hij met het vouwbeen zijn bootje zo, dat hij in het midden van de sloot
blijft.
Maar na een
tijdje wordt hij erg slaperig, hij legt zijn vouwbeentje in de boot, legt zijn
rugzak onder zijn hoofd, en even later is hij in een diepe slaap.
Het bootje
dobbert rustig verder……..
Ineens wordt
hij verschrikt wakker. Wat gebeurt er?
Het bootje
zwaait wild heen en weer, en het vliegt vooruit.
Fredje
probeert met zijn vouwbeen de boot weg te duwen van de stenen en dikke takken
rondom hem heen.
Wat is er aan
de hand? Waarom gaat zijn bootje ineens zo wild heen en weer?
Oh, oh nu
ziet Fredje het: Hij is in een waterval terechtgekomen! Als dat maar goed gaat.!!! In vliegende vaart
racet het bootje ineens naar beneden.
Fredje knijpt
zijn ogen stijf dicht, en hij houdt zich met beide handen heel stevig aan het
bootje vast en zo glijdt hij over de waterval naar beneden.
Dan ineens is
het weer rustig.
Fredje haalt
opgelucht adem. Voorzichtig stuurt hij zijn bootje naar de kant, en hij stapt
uit.
Zo is het wel
genoeg geweest voor vandaag. Ik ga een plekje zoeken om te slapen.
Wordt vervolgd…….
Vragenlijst
- Waarom kan Fredje niet meer verder lopen?
- hij is te moe
- hij is helemaal nat
- hij staat voor een grote sloot
- hij heeft zijn schoenen en sokken niet aan.
- Hoe kan Fredje toch verder?
A Hij vouwt een bootje
B.
hij zet zijn vouwbeen in de sloot en hij springt.
C.
Hij loopt langs de sloot
D.
hij zwemt naar de overkant.
- Waarom schrikt Fredje wakker?
- Hij hoort iets in het water.
- Het bootje is in een waterval terecht gekomen
- Het begint te regenen
- Het bootje kiept om.
- Waarom stuurt hij zijn bootje naar de kant?
A:
hij is ver genoeg
B:
hij wil weer lopen
C:
de boot is stuk
D:
Het is genoeg voor vandaag