Zeg
, hebben jullie je verlanglijstje voor Sinterklaas al klaar, vraagt
Fredje op een dag in november aan zijn kaboutervriendjes.
De kabouters zitten in een grote kring om Fredje heen.
Ze kijken ‘m verbaasd aan. Sinterklaas??? Wie is dat? Nooit van gehoord.
Daar begrijpt Fredje niks van. Nog nooit van Sinterklaas gehoord??
En van de zwarte Pietjes die ‘m helpen? Fredje gaat in zijn boek op zoek naar plaatjes van de Sint en zijn Pieten. En dan vertelt hij het verhaal van Sint. De kabouters hangen aan zijn lippen.
Sinterklaas
is al heel oud. Hij woont in Spanje met zijn Pieten. Maar als hij bijna
jarig is, komt hij naar Nederland. Daar koopt hij dan heel veel
cadeautjes. Nee niet voor zijn eigen verjaardag, maar voor alle kinderen
in Nederland. De cadeautjes worden ’s nachts door de Pieten gebracht. Meestal klimmen de Pietjes dan door de schoorsteen, en leggen de cadeautjes bij de kachel.
De kabouters luisteren ademloos. Maarrr hoe weet Sinterklaas dan wat de kinderen willen? Ennne ??… Nou
zegt Fredje. Daarom maken alle kinderen een verlanglijstje, en dan
kijken Sint en de Pieten of het allemaal kan, en dan brengen ze het.
Zou Sint ook bij ons kunnen komen?? Hoe weet hij waar we wonen?
Juist zegt
Fredje. Daarom moeten we een verlanglijstje maken, en Sint vertellen
waar we wonen, anders kan hij het natuurlijk niet brengen.
Opgewonden beginnen de kabouters door elkaar heen te praten. Ik wil wel een trap, roept Pukky. Dan kan ik overal beter bij. Oh zegt Warrel, dan vraag ik een agenda. Ik wil wel een kam, roept Woest. Ha ha zegt Harky , dan weet ik ook nog wel iets. Allemaal roepen ze door elkaar heen. Hoho roept Fredje. Zo gaat dat natuurlijk niet.
Ik heb hier een vel papier en een potlood, en dan noemen jullie allemaal 1 ding, wat je graag wilt hebben. De kabouters denken diep na. En om de beurt vraagt Fredje wat ze willen.
Oh oh wat is dat moeilijk. Sommige kabouters willen wel 3 dingen, maar dat kan natuurlijk niet.
De een wil een nieuwe zakdoek, de ander een muts, en Vrolijk wil een mondharmonica.
Fredje heeft al snel een heel lijstje vol.
Hij knabbelt even op zijn potlood. Wat zal ik vragen?? Nou.. ik denk dat ik maar een nieuw vouwbeentje vraag. De mijne is wel erg versleten de laatste tijd hier in het bos.
Eindelijk zijn ze klaar. Het is een lange lijst geworden.
Fredje vouwt het papier een paar keer dubbel, en stopt het in een envelop.
Maar?? Wie moet de brief nu naar de Sint brengen? Daar hebben de kabouters geen twijfel over. Dat doet Fredje natuurlijk. Hij weet tenslotte de weg.
Een diepe frons komt er op Fredje’s voorhoofd. Dat
kan wel zijn, maar het duurt natuurlijk weken voor ik dan bij de Sint
ben. En dan is hij al lang weer terug naar Spanje. De kabouters zuchten. Zou het nu niet door kunnen gaan?
Fredje bladert in zijn vouwboek, om te zoeken naar een oplossing. Een fiets?? Nee duurt te lang. Een auto?? Nee gaat ook niet. Wacht…. Wat zie ik hier. Zevenmijlslaarzen. Die moeten we hebben. Fredje zoekt heel stevig papier, en samen gaan ze aan het vouwen.
Het worden laarzen met een hele mooie strik. Fredje trekt ze aan, en gaat op weg. Alle kabouters zwaaien en roepen tot gauw… en…. weg is Fredje. Zou het ‘m lukken ???
Of Fredje zo vooruit komt? Ik betwijfel het. Laarsjes gevouwen en opgeplakt door Vycho. |
Laarsjes gevouwen door Laurynn. Fredje rent met zijn zevenmijlslaarzen naar de Sint. |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten